Page 11 - Kijk op zijn omgeving
P. 11
Pagina 9
verbranden diende als bemesting, en daar wilde boekweit op groeien , men moest wel elk jaar
op een andere plaats zijn. En door het uitgestrekte heideveld, de kerktoren van Norg was bij
helder weer duidelijk te zien, zodat veel bijen konden worden gehouden. Daarna begon men
met het houden van schapen, de uitgestrekte heide velden gaven voldoende voedsel.
De wol was ook van grote betekenis, van de wol kon men garen spinnen, wat weer gebruikt
werd om door er kleren van te breien.
De schapen die 's nachts binnen gehouden werden, produceerden een hoeveelheid mest.
Er werden heide plaggen gestoken, op het veld gedroogd, die plagen bestonden heide uit en
een laagje veen, die werden dan thuisgehaald, en dienden dan als strooisel in de stal.
Zodoende kreeg men de gelegenheid om wat meer gewassen te verbouwen, wat aardappels en
wat rogge.
Al begon het een dorp van enige betekenis te worden, veel belangstelling van het toen nog toen
in Olderberkoop zetelende gemeentebestuur kreeg het niet.
Zeker gold dat het platteland, vrijwel automatisch tot grietmannen en rechters, was de adel
gekozen. Natuurlijk, aan het hoofd van de provincie stond steeds een edelman
Ook in vele gemeenten waren burgemeesters van de adel.
In Ooststellingwerf was Jhr. Mr. G. W. F . Lycklama รก Nijholt burgemeester.
Generatie op generatie had de adel vertegenwoordigers geleverd voor hoge posten in
bestuur en rechtspraak
Begonnen na de grondwetswijziging van 1848, trad daar in een grote verandering op, daar de
kieswet veranderde, door de kieswet is daar van zelfs prekend een einde aan gekomen
De tijde waren onomkeerbaar veranderd. Dat maakten de socialistische successen bij het uiterst
beperkte kiesrecht van die dagen wel duidelijk.
Omgekeerd moest de adel, commissaris des konings Harinxma voorop, ook weinig hebben van
die schreeuwende socialisten.
Zoals de relaties tussen arbeiders en hun patroons veranderde, zo kreeg ook de verhouding
tussen landeigenaar en pachtboer een zakelijk karakter.
De verzakelijkte verhouding brachten de huurboeren tot de oprichting van een Bond van
Landpachters en Hypotheekboeren. Anderszins vonden ook de landeigenaren dat de Friese
Maatschappij van landbouw te weinig deed voor hun belangen.
Zij richten de vereniging het Fries Grondbezit op.
In het rode Opsterland waren van de in totaal 22.000 hectare 13.000 in handen van
grondbezitters, die buiten Opsterland woonden, in Leeuwarden of in Den Haag.
Bijna niemand van de lokale adel betaalde de hoofdelijke omslag, een gemeentelijke belasting.
Ook niet de genen die grote delen van het jaar in Beetsterzwaag of Olterterp huisden.Barob
van Lynden bijvoorbeeld woonde fiscaal in Den Haag en de Harinxma 'sin Leeuwarden.
En dat in een gemeente, die vanwege de crisis in veenderij en landbouw veel bedeelden telde.
lnl897 werd Sytse Westra uit Lippenhuizen, beter bekend als Sytse de Stroper, door de
Volkspartij - een coalitie van socialisten en radicalen - gekandideerd voor de gemeenteraad van
Opsterland. Westra had bij stakingen in de venen van Friesland en Groningen bekendheid
verworven als stakingsleider. Sytse Westra was lid van een opkomende lichting van nieuwe
politici, afkomstig uit de arbeidersstand.
Lezen en schrijven had hij - dankzij de adellijke rechters - geleerd in de gevangenis. Hij
Hij versloeg bij die gelegenheid het enkele jaren raadslid mr Maurits Pico Diederik baron van
Harinxma thoe Sloten, kantonrechter in Beetsterzwaag.
En dat was uitgerekend de man die Westra wel eens vanwege diens stroperij een gedwongen
verblijfin de gevangenis Crack State te Herenveen had opgelegd.