Page 7 - Kijk op zijn omgeving
P. 7

Pagina 5

hij erkennen dat zijn gezin er te weinig aan had. De gezinnen waren in het algemeen ook groot.
Een enkeling had de mogelijkheid om een varken te mesten, (als je die niet nodig had om de
schulden afte betalen) kon die worden geslacht. Verder wat groente uit eigen tuin, als mede
roggebrood.
De geit veelal genoemd "de arbeider koe'', zorgde voor de melk , veel kon daar ook niet van
worden verwacht want het voedsel bestond uit heide.
Toch schijnt geiten melk gezond te zijn, Aaltje vertelde dat haar broer Pieter bij de geboorte
twee pond was, en dat hij met geiten melk groot geworden was.
De Haulerwijkster gemeenschap was echter hecht. Nog uit de moeilijke veenperiode stamt de
zgn. burenplicht. De bei~e dorpen waren verdeeld in acht buurten. Iedere buurt had een eigen
bestuur. Zij kwamen in actie bij geboorte, ziekte, overlijden en andere moeilijkheden.
Deze hulp van buurtgenoten was vaak hartverwarmend.
Iemand buiten de buren functioneerde van aanzegger De aanzegger was degene, die huis aan
huis, de droeve mededeling deed als er een dorpsgenoot was overleden. De aanzegger hees
zich in zijn zwarte kostuum. Hij droeg een grote zwarte hoed.
Hij spreekt dan plechtig "Ik moet u de droeve mededeling doen, dat hedenmorgen om 10. 30
uur op 63 jarige leeftijd is overleden Jan Hendriks. De overledene is thuis opgebaard en zal
worden begraven a.s vrijdag om 13. 00 uur.
Vrouw Hofstra vertelde dat in haar jonge jaren, in Jubbega de gewoonte was, dat de
overledene met de boeren wagen van de buren naar de begraafplaats werd gebracht, de wagen
werd de vorige dag goed schoon gemaakt, een paar van de buren liepen naast de wagen,
gestoken in een schone blauwe boeren kiel.
Nu hadden veel mensen een bijnaam, De echte naam wist men vaak niet. Zo hadden wij ook
een zekere Meine de Jong, Hij werd anders niet genoemd als Meene Protter Meene had kind
nog kraai en woonde alleen in zijn huisje. Hij verdiende zijn brood als bode. Een paar keer in
de week fietste hij naar Oosterwolde, om boodschappen te doen voor de inwoners van
Haulerwijk, het zij uit een winkel, of de veearts, meest al was het voor betaling van belating,
 bij de ontvanger op het gemeente huis betaald moest worden. Voor een dubbeltje of een
kwartje, naar gelang van de boodschap, zorgde Meine dat het in orde kwam.
Pieters Aaltje had ook eens een boodschap voor hem. Zij riep hem aan met Menheer Spreeuw
Daar was hij niet van gediend, hij fietste door, en wou voor haar geen boodschap doen.
In 1928 werd Meine de Jong door de dorpsgemeenschap met zijn 30 jarig 'ambtsjubileum,
gehuldigd. Hem werd een rit per auto door het dorp aangeboden. Tevens werd hem een
nieuwe fiets en een wandelstok met zilveren knop aangeboden. Dit was een grote eer voor
deze eenvoudige man. In het Donkerbroekemerveld woonde Foppe Duursma, als over hem
gesproken werd was het altijd Foppe Appelscha velen konden hem ook niet anders.
Zijn klein dochter Trijntje vertelde mij dat ze eens een boodschap voor Pake moest doen, en
Pake zou het komen betalen, en toen gevraagd werd voor wie het was, was het antwoord voor
Foppe Duursma. Dan kon ze het niet mee krijgen want die man kende hij niet, en toen ze zij
Foppe Appelscha was het geen probleem, dan kwam het wel in orde.
 De herdenking van honderd jaar onafhankelijkheid van de Napoleontische overheersing werd
door het gehele land, ook bij alle scholen gevierd. Op 25 september 1913 vierde de
Christelijke School feest met een optocht, voorafgegaan door elfgecostumeerde ruiters,
onder wie Napoleon. De ruiter die deze "dubbelgangers" rol vertolkte was Hendrik ten Hoor,
zijn hele leven heeft hij die naam behouden.

De gebroeders Hof waren ook bekenden op ons dorp ze waren fietsen maker van beroep, ze
konden lezen nog schrijven maar verstonden hun vak, toen de bromfietsen kwamen, en er
   2   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12