
| |
De Meisjesvereniging
Het zal omstreeks 1895 geweest zijn dat de meisjesvereniging werd opgericht. De
juiste datum is niet bekend, de eerste notulenboeken ontbreken. Het doel van de
meisjesvereniging (ook vaak jonge dochtersvereniging genoemd) was om iets te
doen voor de arme gezinnen binnen de gemeente. Zulks in navolging van wat we
lezen in Handelingen 9 over Dorcas.
Men kwam eens in de twee weken bijeen en was dan bezig met naai- en breiwerk. De
presidente las dan voor uit een mooi boek. De materialen die men nodig had,
werden betaald uit de contributie. Ook had men begunstigers, dat waren
gemeenteleden die de meisjes bij hun werk financieel steunden. Tegen de Kerst
werden de gemaakte goederen uitgedeeld aan de arme gezinnen binnen de gemeente.
Hieraan was grote behoefte.
In de mobilisatie 1914 - 1918 breidde men bivakmutsen voor de militairen. Deze
werden hun dan toegestuurd met een koek erbij in de vorm van een „oud wijf'. De
militairen waardeerden dat, en schreven dan ook een brief terug. Die brieven
werden op de vereniging voorgelezen. Eén schreef terug dat hij bedankte voor de
bivakmuts en het oude wijf, maar dat hij toch meer hield van jonge wijven.
De oudste foto dateert uit 1914. Men is toen in Drachten op de foto gekomen
tijdens een uitstapje per fiets. Gedeeltelijk met geleende fietsen, niet
iedereen was in de bevoorrechte positie, een fiets te bezitten.
De vereniging had een eigen bibliotheek. In de pauze werden de boeken geruild.
De bibliothecaresse zorgde dat dit goed bijgehouden werd. Het leesgeld werd
gebruikt voor aanschaf van nieuwe boeken.
Later werd het ook nodig gevonden aan bijbelstudie te doen. De ene avond werd
gehandwerkt en de andere keer bijbelstudie gehouden.
Het oudste notulenboek, van de meisjesvereniging dat ons ter beschikking staat
is van januari 1936. Daarin lezen we, dat het handwerken steeds meer op de
achtergrond raakt en de M.V. meer een studievereniging is geworden. Naast
bijbelse geschiedenis behandelt men ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis,
kerkgeschiedenis en maatschappelijke onderwerpen. Men wil zich meer bekwamen op
het werk dat wacht in de toekomst.
In 1936 zijn er al 2 afdelingen, één Haulerwijk (boven) en één Haulerwijk
(beneden). Ze hebben allebei de naam „Bidt en Werkt".
Problemen met Bakkeveen.
In de notulen van 29 september 1937 lezen we: „De presidente deelt mee dat het
bestuur een samenspreking heeft gehad met Bakkeveen, aangaande enkele meisjes
die daar op de M.V. gaan. Omdat er geen overeenstemming bereikt werd, zal er een
brief naar de bond worden gestuurd om advies". De Gereformeerde Kerk van
Duurswoude was bezig in Bakkeveen met evangelisatiewerk, en had daar een M.V.
opgericht. Enkele leden van de M.V. van Haulerwijk beneden, die dicht bij
Bakkeveen woonden waren lid geworden van de M.V. van Bakkeveen. Het advies van
de bond is ons niet bekend.
Feest met de J.V.
24 november 1937: Van de J.V. was een uitnodiging gekomen om samen feest te
vieren. Na samenspreking met de bovenafdeling werd besloten, de uitnodiging aan
te nemen. Taapke Duursma en Aaltje Haisma zullen deel uitmaken van de
feestcommissie.
Jubileum van de Bond.
2 maart 1938: „Een schrijven van het Bondsbestuur met het verzoek om gezamenlijk
een dankoffer voor de Zending te brengen op onze 20ste Bondsdag, het jubileum
dat we dit jaar zullen vieren. Er wordt besloten om voortaan een busje op tafel
te zetten, waar ieder van tijd tot tijd haar gave in kan doen".
Steun verzoeken.
14 december 1938: „Tijdens de vergadering wordt gecollecteerd voor de kerk van
Oldenzaal. Opbrengst: f 1,06'/2". 18 oktober 1939: (de mobilisatie was begonnen)
„Een schrijven van de Generale Synode dat opwekt, de geestelijke verzorging van
onze militairen te steunen. Besloten wordt op de volgende vergadering hiervoor
een collecte te houden". 15 november bracht deze collecte op: f 1,68'/2. Namens
de kerkeraad worden de leden verzocht om zo mogelijk Zondags eens op te passen
in de gezinnen van de vrouwen, wier mannen in militaire dienst zijn, daar zij
anders niet naar de kerk kunnen komen.
29 mei 1940: De presidente Siene van der Wal zegt: „nadat we door
oorlogsomstandigheden enkele weken niet vergaderd hebben, kunnen we nu gelukkig
weer allen ongestoord samenkomen, om ons verenigingswerk voort te zetten, dat we
in deze tijd meer dan ooit nodig hebben om krachtig te staan tegenover de
moeilijkheden welke ongetwijfeld zullen komen'. 12 juni 1940: „Op advies van het
Bondsbestuur wordt besloten deze zomer geen vacantie te houden, daar we in de
tegenwoordige tijdsomstandigheden niet weten of wij in de winter gelegenheid
zullen hebben om te vergaderen". 23 oktober 1940: „Wegens tijdsomstandigheden
zullen wij ons naaiwerk thuis afmaken en wordt het werk rondgedeeld". Verder
worden er nog enkele mededelingen gedaan over de fietstocht, en wordt besloten,
niet naar Appelscha, maar naar Norg te gaan.
In de zomer van 1943 is op last van de Duitse bezetting, evenals andere
verenigingen en organisaties, ook de M.V. ontbonden.
Evenals de jongelingen zijn ook de meisjes op advies van de kerkeraad weer met
hun werk begonnen onder de naam „Bijbelkring". In 1948 wordt er gecorrespondeerd
met de jongens van onze gemeente die hetzij dienstplichtig of vrijwillig
verblijven in Nederlands-Indië. In de notulen lezen wij: „We waren het er
allemaal over eens, dat het corresponderen met onze jongens nuttig en nodig
was".
De geëmigreerde leden worden niet vergeten.
5 april 1950: „Er wordt besloten Geesje Boonstra in Canada een bondsbordje te
sturen. Twee leden zullen ook een brief schrijven, daar Geesje in het huwelijk
treedt". In 1960 lopen het ledental en de activiteiten zowel bij de J.V. als de
M.V. terug. In 1965 besluit men om samen te gaan, zo ontstaat er dan in
Haulerwijk en E Waskemeer een G.J.V.
|